Verslagen van het 3e Team in de FSB 2013-2014
Eindstand 5e klasse
4
Mid Fryslân 3 9 18
6Bakkeveen 2 6 13
7Steenwijk 3 4 12
8De Hynste Sprong 4 11
Scores
Gesp. Gew. Rem. Verl. Pnt.
A. Althuis
=================================================================================
Ronde 9: DSC 3 – Bakkeveen 2 : 1 – 3
1. Berend Brouwer - Lammert Ausma : 0 – 1
2. Albert Althuis - Miente Steensma : ½ - ½
3. Rieteke Otten - Richard Zimnik : 0 – 1
4.Jaap te Velde - Frits Hoogvorst : ½ - ½
Rieteke: De eerste 20 zetten ging het gelijk op, maar toen maakte ik een foutje,
zodat ik bij zet 29 moest opgeven.
Berend: In een aangenomen damegambiet speelden wij allebeide voorzichtig.
Wij kennen elkaar namelijk persoonlijk en spelen regelmatig tegen elkaar.
Ik zag te laat dat Lammert een paard van mij kon winnen. Daardoor kreeg ik teveel tegenstand en kon de partij opgeven.
Jaap: Wij kwamen gelijk uit de opening. Zwart kwam op rechts met een toren-aanval,
maar ik kon deze aanval pareren. De strijd ging daarna gelijk op, maar met een pion
meer kon ik het eindspel net niet winnen, remise.
Albert: Ik kwam iets actiever uit de opening, met mogelijkheden op de koningsvleugel. Maar mijn tegenstander ruilde in het middenspel alle stukken af,
ook de dame en de torens. Er ontstond een stelling met elk 6 pionnen in een
evenwichtige stand, remise.
Wij waren die avond niet top. dus gaven de Bakkeveensters ons klop!
A. Althuis
=================================================================================
Ronde 8: Mid Fryslan 3 – DSC 3 : 3 – 1
1. Erwin Koning - Berend Brouwer 1/2 – 1/ 2
2. Thomas Douma - Albert Althuis 1 – 0
3. Julian Frijlink - Albert Jan Meijer 1 – 0
4. Menno Steenstra – Jaap te Velde 1/2 – 1/2
Jaap: Wit opent met d4 en zwart met d5. Daarna komt c4 en d5xc4.
Dus een pion voor, vervolgens verzwakt de linkervleugel van wit, maar
het spel blijft redelijk in evenwicht. Na 22 zetten biedt wit remise aan
en gaat zwart hiermee na amper beraad akkoord.
Albert: De russische opening werd door mijn tegenstander scherp opgezet.
Bij de 13e zet raakte ik de e-pion kwijt. Door een combinatie raakte ik op de
18e zet ook nog een loper kwijt en de partij was gelopen.
Albert Jan: De wedstrijd ging gelijk op. Omdat ik kansen zag zette ik de dame
op de h-lijn. Dit had ik niet moeten doen, want een paar zetten later stond ik
een dame tegen een toren achter. Dus gaf ik op.
Berend: Op de 5e zet speelde mijn tegenstander Lh4, waardoor hij mijn paard
aanviel, die ik niet kon weghalen. Mijn paard viel met Lxc3, hierdoor kreeg ik
een dubbelpion. Daarna verdween de dubbelpion door een afruiling. Op 20e zet
ruilden wij nog een stuk. Het werd een remise-achtige stand met een pion meer
voor mijn tegenstander. Toch besloten wij tot remise.
In de “Kromme Knilles” konden wij niet tegen de stroom oproeien!
A. Althuis
=================================================================================
Ronde 7: DSC 3 - NEO 2 : ½ - 3 ½
1. Berend Brouwer - Adri Raap 0 – 1
2. Rieteke Otten - Johan Broens 0 – 1
3. Albert Jan Meijer - Sybe v. d. Wal 0 - 1
4. Jaap te Velde - Marc de Jager ½ - ½
Rieteke: En weer ging het fout. In de 15e zet plaatste ik mijn loper op c4,
waarop hij met pion b5 de loper klem zette en ik hem verloor.
Daarop was het een kwestie van afruilen en gaf ik na 31 zetten op.
Albert Jan: Ik begon aardig goed en veroverde een steeds groter oppervlakte van
het bord. Mijn tegenstander trok zich terug, maar toen nam hij met zijn loper, die
gedekt was door zijn toren, mijn pion op a2. Ik stond daarachter gerokeerd en stond
toen schaak. Ik zette mijn koning op a1, daardoor viel de loper mijn koningin aan en
doordat de toren a1 aanviel stond ik weer schaak en kon hij mijn koningin pakken en
kon ik meteen opgeven.
Jaap: Na de opening ging de strijd eerst gelijk op. Maar na de 14e zet komt
zwart op winst te staan. Na dat wit schaak kon geven werd zwart weer iets sterker.
Zwart bood daarna remise aan en dit werd door wit in dank aangenomen.
Berend: Mijn tegenstander speelde damegambiet. We speelden beiden voorzichtig
en groeven ons steeds verder in. Tot zet 22, toen was er plotseling vuurwerk. Wit kon
zijn loper op g3 zetten en daarna het paard op b8 bedreigen. Ik zag in dat ik een stuk
zou verliezen en daarmee ook de partij en gaf op de 32e zet op.
De “omstreken” van Noordbergum waren veel te sterk voor die van Drachten!
A. Althuis
=================================================================================
Ronde 6: De Hynstesprong – DSC 3 : 2 ½ - 1 ½
1. Harm Hania - Berend Brouwer ½ - ½
2. Sedig Hashemie - Albert Althuis 0 – 1
3. Sjef de Leijer - Albert Jan Meijer 1 – 0
4. Thijs de Jong - Rieteke Otten 1 – 0
Albert: We kwamen gelijk uit de opening. In het middenspel ruilden we drie stukken.
Bij de 40e zet raakte ik door een combinatie mijn laatste loper kwijt.
Tien zetten later liet mijn tegenstander zijn laatste paard verloren gaan.
Hierdoor ontstond een eindspel met een toren en 5 pionnen tegen een toren
en 3 pionnen. Dit eindspel was voor mij gemakkelijk te winnen.
Rieteke: Thijs de Jong was duidelijk te sterk voor mij. De eerste 15 zetten ging het
nog gelijk op en verloren beide een pion en een paard. Maar toen kwam ik een loper
achter en was het eigenlijk al bekeken. Ik heb het nog 30 zetten volgehouden en
toen opgegeven.
Albert Jan: Mijn tegenstander dacht vanaf de eerste zet steeds erg lang na, zodat
Ik dacht, dat win ik wel eventjes. Na de opening stond hij toch wat sterker.
Bij het verdere spel bouwde hij dat steeds verder uit en op het laatst stond ik
helemaal klem. Een paar zetten later stond ik mat.
Berend: Ik kwam beter uit de opening. Wel had hij de koningin en loper op één lijn
staan. Ik had de dame op f3 en een loper op g5, die viel het paard aan op f6.
Toen zette hij zijn loper terug op e7 en was niet gedekt. Toen speelde ik de pion op
e5 door en werd zijn paard aangevallen. Door een aantal goede zetten van mijn
tegenstander kon hij alles weer dekken. Na dit gebeuren werd de partij afgewikkeld
tot een remise-stand.
Deze avond hadden wij geen piek, want de paarden van de tegenstander
sprongen hoger in Sint Niek!
A. Althuis
=================================================================================
Ronde 5: DSC 3 – DTK 3 : 1 1/2 – 2 1/2
1. Albert Althuis - Jan Bergmans 0 – 1
2. Berend Brouwer - Jan Brouwer 1 – 0
3. Rieteke Otten - Thijs Rippen 0 – 1
4. Jaap te Velde - Rick Weggen ½ - ½
Rieteke: Thijs Rippen was duidelijk te sterk voor mij.
Al bij de 10e zet verloor ik een pion en op de 20e zet een loper.
Na 25 zetten heb ik opgegeven.
Berend: Ik kwam goed uit de opening. Mijn tegenstander begon te vroeg
met een aanval op de damevleugel. Ook verzuimde hij te rokeren.
De echte aanval kwam op f4 en niet op c4. Op de 19e zet kon mijn toren
zijn dame pennen, waardoor het één en ander werd afgeruild en ik een
stuk voorkwam. Daarna won ik nog een loper en was de partij gespeeld.
Jaap: Het was een gelijkopgaand spel. Gelijke kansen en gelijke risico’s.
Na 24 zetten werd remise overeengekomen.
Albert: Ik kwam niet goed uit de opening, daardoor raakte ik op de 15e zet
een pion achter en kreeg een verzwakte koningsstelling. Op de 30e zet speelde
ik g6 in plaats van f6, daardoor raakte ik mijn dame kwijt en bleef een paard en
toren over tegen een dame en twee pionnen minder. Toen gaf ik de partij op.
Ook deze keer kwamen wij tekort, maar hebben volop strijd geleverd!
A. Althuis
=================================================================================
Ronde 4 : Gorredijk – DSC 3 : 4 – 0
1. Jelmer kootstra - Berend Brouwer 1 – 0
2. Tjeerd de Jong - Albert Althuis 1 – 0
3. Anneke Kootstra - Albert Jan Meijer 1 – 0
4. Jelle de Jong - Rieteke Otten 1 – 0
Rieteke: Tegen Jelle de Jong ging het 14 zetten gelijk op.
Tot hij op de 15e zet de dames ging afruilen, waardoor hij een
toren voor kwam en ik uiteindelijk na 30 zetten moest opgeven.
Albert: Na een russische opening kwam de veertienjarige Tjeerd de Jong
op de 5e zet met e5 en op de 17e zet met pe4.
Dit koppel gaf mij zoveel moeilijkheden, dat ik de hele partij, alleen maar kon verdedigen. Ook nam dit zoveel tijd in beslag, dat ik de 35 zetten niet kon
halen. Dit in een remiseachtige stand, een paard tegen een loper met elk
5 pionnen.
Berend: Het was een spannende partij tegen Jelmer Kootstra. Hij kwam niet
goed uit de opening, maar herstelde zich door goede paarden. Die op een
gegeven moment in het eindspel een pion konden pakken. En later door
goed positiespel nog een pion veroverden.
Toen heb ik maar opgegeven, twee pionnen achter was te veel.
Albert Jan: Ik speelde tegen de vijftienjarige Anneke Kootstra.
De wedstrijd ging eerst vrijwel gelijk op, tot ik niet goed oplette en ik een
loper achter kwam te staan. Een aantal zetten later kon ik een loper tegen een
toren ruilen en stonden we weer gelijk. Maar in het laatste halfuur lette ik weer
niet goed op en raakte een toren achter.
Een paar zetten later gaf ik het op.
Tegen deze jeugdige talenten waren wij duidelijk niet opgewassen.
A. Althuis
=================================================================================
Ronde 3: DSC 3 – De Donger 3: 1 – 3
1. Albert Althuis - Jan de Groot ½ - ½
2. Jaap te Velde - Theo de Jong ½ - ½
3. Rieteke Otten - Jaap van der Pol 0 -1
4. Albert Jan Meijer - Patrick Keizer 0 –1
Albert: Na een russische opening, ging mijn tegenstander in de aanval,
maar kwam niet door mijn verdediging.
In het eindspel waren de torens nog op het bord met elk 6 pionnen.
Geen van beide durfde op winst te spelen, remise.
Rieteke: In de 10e zet ging ik in de fout.
Hij viel mijn paard aan en in plaats van hem te pakken zette ik hem zo weg,
dat hij hem pakte met zijn koningin, dit zag ik over het hoofd.
Met een paard minder heb het ik nog lang volgehouden, maar moest het toch opgeven.
Albert Jan: De partij ging vrijwel gelijk op. Er werd veel afgeruild, tot wij allebei
de dame en twee torens met een aantal pionnen over hielden.
In het eindspel kwam er een afruil, die ik niet had voorzien, waardoor hij 2 vrijpionnen
kreeg, waarvan één kon doorlopen tot dame. Toen kon ik opgeven.
Jaap: Het spel ging eerst gelijk op, maar na 15 zetten komt mijn tegenstander een pion voor. Maar ik won de pion terug. In het middenspel won hij een loper tegen een pion. Ik speelde evenwel een sterk eindspel en kon de partij op remise houden.
Tegen een sterkere tegenstander moeten wij boven ons niveau uitstijgen
om de wedstrijd op remise te houden of eventueel te winnen.
A. Althuis
=================================================================================
Ronde 1 : Steenwijk 3 – DSC 3 : 3 – 1
1. Bert Dassen - Berend Brouwer 0 –1
2. Roelof Kreulen – Jaap te Velde 1 – 0
3. Charrel Brandenburg – Jaap van Zon 1 – 0 R
4. Oeds Dijkstra – Albert Jan Meijer 1 – 0
Berend: De partij ging gelijk op, maar op de 20e zet speelde ik f4,
waarop mijn tegenstander mijn paard pakte, waardoor ik zijn dame
pakte. Een aantal zetten later gaf hij op, want een dame voor mij
tegen een toren van mijn tegenstander wint niet!
Jaap te Velde: Wit opent met c4, zwart met c5. Na een gelijk opgaande
strijd, komt wit na 31 zetten een pion voor. In het eindspel was deze
voorsprong voldoende om te winnen, na 44 zetten.
Jaap van Zon: Speelde remise, maar het werd een reglementaire
nederlaag, want Jaap was niet gerechtigd in het derde team te spelen,
want hij was als 2e teamspeler opgesteld.
Albert Jan Meijer: Ik kwam niet goed uit de opening, daardoor werd ik
steeds meer in het nauw gedrongen. Dit resulteerde ten slotte in
een schaakmat.
Een nederlaag tegen een sterkere tegenstander is te verwachten.
A. Althuis
=================================================================================
